Oorlog & vrede
De overkant van oorlog
Sinds jaar en dag staan oorlog en vrede tegenover elkaar. Nonpolipar breekt met die klassieke tegenstelling. Want dat we eraan gewend zijn, wil nog niet zeggen dat het klopt. Oorlog dicteert, beschadigt, ontneemt. In vredestijd gebeurt dat gelukkig veel minder, of zelfs helemaal niet. Maar daarmee hebben we nog niet de tegenstelling te pakken. Want dan zou er in plaats van dicteren sprake moeten zijn van overleggen. In plaats van beschadigen, zouden partijen elkaar moeten helpen. En in plaats van nemen zou geven op het programma moeten staan. Nonpolipar brengt dit samen onder de noemer 'delen'. Tegenover de staat van oorlog zet nonpolipar de daad van delen. Daar tussenin ligt het neutrale middengebied van de vrede: een toestand van leven en laten leven. Maar in de visie van Nonpolipar zouden we niet moeten (be)rusten in vrede. Want in vredestijd kan het nog alle kanten opgaan. In vrede leven is goed; in vrede delen is beter.
Het contragewicht van oorlog
Dit schematische plaatje van een balans laat zien, hoe Nonpolipar tegen oorlog en vrede aankijkt. Met alleen oorlog en vrede is de balans niet af. Vrede is het draaipunt van de balans. Oorlog ligt op de ene schaal. Als we het hierbij laten, blijft de andere schaal leeg. Als we alleen praten over oorlog en vrede, is er geen contragewicht tegenover het geweld van oorlog. Dus legt nonpolipar op de lege schaal haar beginsel van delen, als de universele tegenhanger van oorlog. Want hoe meer we onderling delen, hoe minder we elkaar in de haren vliegen.
Het beginsel verklaard
De tegenstelling gestapeld
Nonpolipar hanteert het werkwoord 'delen' als enig basisbeginsel. Strijd in het algemeen en oorlog in het bijzonder staan het delen in de weg. De tegenstelling tussen oorlog en delen, of eigenlijk elke tegenstelling, ontwikkelt zich dan ook gemakkelijk als een voedingsbodem voor de splijtzwam. En voor je er erg in hebt, zit je er onder. Voordat twee partijen elkaar in de haren vliegen, kan in elk van de partijen al frictie ontstaan tussen de harde lijn en de zachte lijn. Maar deze kampvorming van haviken en duiven tegenover elkaar, ziet nonpolipar niet als de oplossing. Kampvorming is vaak het begin van interne strijd, waarbij de duiven het gemakkelijk kunnen afleggen. Het delen van gesprek en overleg ziet nonpolipar als een beter vertrekpunt. Het voortouw ligt daarbij aan de kant van de duiven, aangezien zij al vertrouwd zijn met de kunst van het delen. Blijft natuurlijk de vraag, of je op deze manier van elke havik een duif kunt maken. Als binnen één van beide partijen de haviken dan toch de overhand krijgen, groeit ook het risico op externe strijd. Als de ene partij tot havik muteert en zich als havik gaat gedragen, zal de andere partij als potentieel slechtoffer niet willen achterblijven.
Basisbegrippen
De basisbegrippen van nonpolipar tekenen zich steeds duidelijker af. Aan de ene kant staan de begrippen oorlog en strijden. Daartegenover staat het begrip delen. Partijen die met elkaar strijden, raken in een toestand van oorlog. Partijen die met elkaar delen, raken in een heel andere toestand, waarvoor nog geen term is genoemd. Nonpolipar kiest ervoor om deze toestand te omschrijven als verbinding. Partijen die met elkaar delen, creëren hierdoor een situatie van verbinding. De roep om verbinding wordt veel gehoord, bijvoorbeeld als een middel voor conflictoplossing. Nonpolipar ziet verbinding niet uit de lucht komen vallen. Verbinding ontstaat pas als partijen iets met elkaar delen. Tegenover de begrippen strijden en oorlog staan dan de begrippen delen en verbinding. Deze tegenstelling kan nog verder worden uitgebreid door toevoeging van de begrippen vijandschap en vriendschap. En kijkend naar de gevolgen van een en ander, zijn ook de begrippen afbraak en opbouw op zijn plaats.
Begrippen in schema
Zie hiernaast de tegenstelling tussen strijden en delen ten voeten uit. Ook de status van vrede wordt duidelijker, in de zin dat die nogal onduidelijk is. Vrede kan samengaan met bijna alle andere begrippen, oorlog uitgezonderd. In vredestijd kunnen twee staten vijanden of vrienden zijn, of geen van beide. Ze kunnen strijden, of delen, of beide tegelijk. Ze kunnen zich verbinden en elkaar helpen met een proces van opbouw. Ze kunnen elkaar afbreken, door economische en geopolitieke acties, spionage, digitale hacks, wel of niet openlijke aanslagen, enz.
Roep om vrede
Om te voorkomen dat vrede niet meer wordt dan een vaag vacuüm, zou de roep om vrede verder moeten gaan dan alleen dat. Vrede verdient het om handen en voeten te krijgen. Handen en voeten die invulling geven aan een proces van delen tussen beide partijen. Het delen zorgt bovendien voor verbinding en biedt beide kanten voordelen bij de verdere opbouw van de eigen samenleving. Hoe afgezaagd dat ook mag klinken, is er sprake van een win-win situatie, van synergie, van 1 + 1 = 3. Als partijen dankzij dit alles een vriendschappelijke omgang met elkaar ontwikkelen, heeft de roep om vrede veel meer bereikt dan alleen abstracte vrede. Er is sprake van een vriendschappelijke en stabiele vrede, waar beide partijen beter van worden en waar ze status en politieke prestige aan kunnen ontlenen, voor zover daar behoefte aan is. En als er zich toch eens iets voordoet, dan is de goodwill cake lang genoeg om er een plakje vanaf te snijden zonder dat het de relatie beschadigt. Kortom: het risico op oorlog is sterk verkleind en een feitelijke oorlog is ver weg.
Achtergronden
Nog leeg
Onderweg
Nog leeg