Delen als begrip
Delen als basisbeginsel
Delen, in zijn meest pure vorm, is het eerste en enige basisbeginsel van nonpolipar. Dit vraagt om uitleg; te weten dat het hier gaat om het werkwoord, is niet genoeg. Ook als werkwoord heeft delen meer dan één betekenis. Nonpolipar gaat voor haar basisbeginsel alleen uit van de volgende betekenis: delen met iemand, met elkaar, of zelfs met iets. Het draait bij nonpolipar altijd om 'delen met'. Deze vorm van delen wil nonpolipar verbeteren, versterken en vergroten. Dit basisbeginsel staat niet op zichzelf. Des te beter wij kunnen delen, des te minder ruimte blijft erover voor wantrouwen, polarisatie, animositeit, agressiviteit en strijd.
Delen tegenover strijden
Als uitersten staan delen en strijden lijnrecht tegenover elkaar. Je kunt iets delen met elkaar, maar om datzelfde 'iets' kun je ook strijden met elkaar. Het doel verschilt hierbij niet; beide kanten willen van iets profijt hebben. Het verschil zit allereerst in de aanpak. Delen met elkaar is de balans van het harmoniemodel. Strijden met elkaar is de botte bijl van het conflictmodel. Afhankelijk van het model verschilt ook het resultaat. Binnen het harmoniemodel profiteren beide kanten naar tevredenheid; ze trekken samen op. In het conflictmodel is er kampvorming, waarbij de kampen tegenover elkaar staan. De strijd brengt beide kampen verliezen. En als het aankomt op het beoogde profijt, is het maar net hoe de strijd verloopt. In het conflictmodel wordt niet gedeeld, maar geldt het recht van de sterkste.
Delen met elkaar
Delen met jezelf gaat niet; er zijn minimaal twee delers voor nodig. Ze zijn of worden het eens over het delen en voeren het dan uit, wat het delen ook mag inhouden. Het kan gaan om het delen van standpunten, kennis, gebied, geld, goederen, enzovoort: wat men maar wil delen. Delers hebben in principe veel vrijheid om te delen wat ze willen, zolang ze maar aan de basisvoorwaarde van overeenstemming voldoen. Er is nog een belangrijke basisvoorwaarde. Het delen mag niet botsen met wat er al gedeeld wordt door één of beide delers. Als het delen wel botst met wat al gedeeld wordt, maar toch gewenst is, moeten alle direct of indirect betrokken delers het eens zijn over het samengaan van het bestaande en het nieuwe delen.
Het bestaande deelstelsel
Hoe simpel het basisbeginsel van nonpolipar ook lijkt, de praktijk is anders. Het volgende voorbeeld laat dit zien. Enkele delers, laten we zeggen buren, willen samen een maatregel delen. Ze willen samen een monumentale boom op de erfgrens verwijderen. Maar deze maatregel gaat in tegen democratisch tot stand gekomen regelgeving. Ook bij deze democratische regels beiden dus als delers betrokken. Als zij toch vast willen houden aan hun maatregel, zullen ze om de tafel moeten met een derde deler: de wetgever. En als dan vroeger of later een wijziging van de regels aan de orde is, duiken er nog veel meer delers op. Kortom: iets delen is vaak geen enkelvoudige aangelegenheid. Het kan een kettingreactie oproepen van wel of niet gewenste gevolgen voor al bestaande delingen. De optelsom van alle bestaande delingen vormt het bestaande deelstelsel.
Polderen is niet genoeg
Polderen is een Nederlandse vaardigheid met een historische achtergrond. Maar de eerste drie letters zijn dezelfde als die van politiek. En ja, het Nederlandse polderen kent een hoog percentage politiek, en omvat dan ook veel strijd. De strijdvaardigheid ligt doorgaans flink hoger dan de bereidheid om te delen. De niet-politiek van nonpolipar zet direct ernaast haar basisbeginsel van wel delen. Dit niet politieke delen staat dus niet tegenover de politieke strijd; dat zou nog meer strijd opleveren. In plaats daarvan is de niet politieke partij complementair aan de wel politieke partijen. Het delen als keuze van nonpolipar is complementair aan de strijd van de politiek. Daarbij werkt het idee van delen ook als tegenwicht tegen het format van politieke strijd. Dat tegenwicht is nodig, want die strijd woedt niet meer alleen in achterkamertjes, maar via de media ook op straat en in de woonkamer. Nonpolipar kiest daarom voor de vlucht naar voren: samen delen als medicijn tegen het dagelijkse hersenspoelende geweld van de politieke strijd.